KONINGSVOGELSCHIETEN IN 1862 “IN DEN BOOMKENSBERG”


Stempel van hoefsmid H. Bus

Op Hemelvaartsdag 2 juni 2011 is het weer zo ver, dan vindt het jaarlijks koningsvogel- schieten van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus plaats aan de Oirsbekerweg.

Na de Eerste Wereldoorlog vond in 1919 het vogelschieten plaats “aan den Berg” de huidige Molenweg. In dat jaar werd er een nieuwe ijzeren vogelstang geplaatst en koning werd toen, op Hemelvaartsdag 29 mei, Renier (Neer) Kusters. De vogelstang staat er momenteel nog maar er wordt sinds 1953 niet meer geschoten. Men kreeg geen schietvergunning meer van de gemeente, omdat het schootsveld richting de Provinciale weg was.

Het ijzerwerk voor de vogelstang werd in 1919 geleverd door een lid van de schutterij nl. de smid en hoefsmid Henri Bus aan “Gen Eindj”, die vier maal koning is geweest.
Op 18 mei werd een bedrag van fl. 38,45 uitgegeven door de schutterij aan een zekere Leunissen, wonende te Amstenrade voor cement en het plaatsen van de nieuwe vogelstang.
Op 16 juni kreeg Jos Beugels een bedrag van fl. 9,40 voor de geleverde verf en het verven van de vogelstang. Op 6 juli staat nog een uitgave geboekt van fl. 2,- aan smid Henri Bus voor extra ijzerwerk aan de nieuwe vogelstang.



Koningsvogelschieten omstreeks de jaren 1920
Foto uit de collectie van Bart Lendfers

Men schoot met enkele schutters tegelijk op de vogel. Hierdoor ontstonden vaak twisten wie nu eigenlijk de laatste restjes naar beneden had geschoten.

Op 2 mei 1938 geeft Ir. D.P. Ross van Lennep als huurder en gebruiker van het perceel sectie B. 257 toestemming voor het vogelschieten. Deze verklaring was noodzakelijk voor de aanvraag van de hinderwetvergunning die met nieuwe voorwaarden werd af gegeven door de gemeente Oirsbeek op 20 mei 1938.
Op Hemelvaartsdag 14 mei 1953 werd voor de eerste keer geschoten op de vogel welke geplaatst was op de nieuwe vogelstang in de weide, gelegen aan de Molenweg tegenover het oude perceel. Deze weide was eigendom van de Weledele Heer H. Wemmers, directeur van de Staatsmijnen. De eerste koning werd Hub Roberts “de piep” met als koningin zijn nicht Elisabeth (Lies) Stijffs. In de weide van de Heer H. Wemmers werd het vogelschieten gehouden tot en met 1982. De laatste koning aldaar werd op Hemelvaartsdag 20 mei 1982 bij het 91e schot Robert Hellenbrand met als koningin zijn zus Ingrid Hellenbrand.
Na precies 30 jaar kreeg men geen schietvergunning meer daar het schootsveld richting Boompjesweg (de grot) was.
Men is toen uitgeweken naar de Oirsbekerweg bij het sportcomplex en daar werd op Hemelvaartsdag 12 mei 1983 de huidige keizer Jos (Zef) Debije de eerste keer koning.
Dit was zijn eerste koningschap op weg naar keizerschap in 1985. Inmiddels is de vogel- annex schietstang enkele keren verplaatst vanwege de uitbreiding van de sportvelden.

Tijdens mijn speurtocht naar de geschiedenis van onze schutterij vind ik in een oud schuttersboek een handmatig overgeschreven schuttersreglement, het origineel is hoogstwaarschijnlijk bij een brand vernietigd.

“Reglement ten dienste der schutterij te Oirsbeek en aldus opgemaakt te Oirsbeek door den schuttenraad op den 24 mei van het jaar 1862 en aangenomen tot reglement, als onverbrekelijke band van de vereniging voor nu en altoos”.

Het reglement bestaat uit 32 artikelen en werd ondertekend door de “schuttenraad” (bestuur) bestaande uit generaal Pascal Knorren, kolonel Leonard Joseph Damoiseaux, majoor Jan Willem Gielen, schepen Jozef Kusters, schuttemeester Jan Gerard Doljé en Hubert Meulenberg, vaandeldrager Jacob Meulenberg, Jan Mathijs Beugels, Severijn Beugels, Andreas Jacobs, Frans Martin Doljé en Jan Renier Kusters.

Bij het doorlezen van het reglement geeft de tekst van artikel 8 het geheim prijs waar in 1862 het vogelschieten plaatsvond.

De schutten of koningen vogel zal altijd geschoten werden op de vogelstam staande te Oirsbeek in den boomkensberg deze plaats is daartoe vergund door de eerzaame jonge dochter A.C. Arets onder volgende voorwaarde; het gezelschap verpligt zich na dood van genoemde dochter eene zing Misse te laten doen tot rust van hare ziel en ieder lid moet dezelve bijwonen; zoude deze plaats aan het gezelschap geweigerd worden zoo moet de vogelstam binnen ‘t dorp of gehucht Oirsbeek geplaatst worden; de prijsvogel zal geschoten worden naar believen van den koning welker plaats hij verkiest.

WIE IS DIE BEWUSTE JONGE DOCHTER A.C. ARETS
Bij het naspeuren in het “schutteboek” (kasboek) van de schutterij wordt bij de uitgave van het jaar 1862 gevonden dat op:

22 december 1863 aan eenen schuttendienst voor A.C. Arets, wegens vergunning der plaats, daar de vogelstang geplaatst is 4,25 franc.

We weten nu in welke periode deze mejuffrouw A.C. Arets is overleden. In de kerkregisters van de parochiekerk St.-Lambertus en de burgerlijke stand- en bevolkingsregisters van de toenmalige gemeente Oirsbeek vinden we het volgende:

Anna Catharina Arets wordt geboren te Oirsbeek en gedoopt op 5 november 1795 in de St.-Lambertuskerk aldaar als dochter van landbouwer en grootgrondbezitter Hendrik Arets uit Raath-Bingelrade en Maria Catharina Limpens uit Broeksittard.
De ouders van Anna Catharina zijn in Franse Revolutie omstreeks 1800 teruggekeerd naar Raath-Bingelrade en aldaar overleden. Anna Catharina groeide dus op in Raath-Bingelrade en ging na het overlijden van haar moeder in 1824 wonen bij haar broer Nicolaas Arets gehuwd met Maria Catharina Ohlenforst. Die woonden in de toenmalige schepenbank annex “banale panhuijs” (bierbrouwerij) tegenover de kerk.
Anna Catharina overleed ongehuwd na een kortstondige ziekte op 22 november 1863 te Oirsbeek in de leeftijd van 68 jaar en werd op 24 november aldaar op het kerkhof begraven.


Bidprentje van Anna Catharina Arets

Nu we de correcte naam, geboorte- en overlijdensdatum weten wordt de zoektocht voortgezet in de kadastrale leggers (boeken) van de toenmalige gemeente Oirsbeek op het gemeentehuis te Schinnen. In deze leggers vinden we alle percelen (gronden) die eigendom zijn van Anna Catharina Arets. Zo vinden we een grondstuk met het kadasternummer 200 dat gelegen is aan de onverharde weg, overgaand in een voetpad. De onverharde weg was gelegen tegenover de huidige Mariagrot richting de “zandkoel”op de “Boomkens Berg”.
(zie platte grond, perceel in blauw aangeduid met zwarte pijl)
Het toenmalige voetpad kwam uit in de Beukenberg. Hoeveel jaar de schutterij op het perceel van mej. A.C. Arets de vogel heeft geschoten, is helaas onbekend.


Plattegrond van de dorpskern van de gemeente Oirsbeek omstreeks 1890

De koning van 1862 is, zoals op de koningsplaat staat vermeld:

P.  BECKERS
KONING
IN
1862

De 48-jarige ongehuwde landbouwer en cadet van de schutterij Pieter Beckers, wonende in de Gracht, schoot dit jaar op Hemelvaartsdag 29 mei de vogel af en werd de nieuwe koning van de schutterij St.-Lambertus.

Jan Pieter Beckers werd geboren en gedoopt op 20 september 1814 te Breinder-Schinnen als zoon van landbouwer Nicolaas Beckers uit Mechelen in tweede huwelijk met Maria Lucia Houben uit Gangelt.
Het landbouwers gezin Beckers-Houben komt na 1829 wonen in de Gracht op B. no 26. Op 15 maart 1871 vertrekt de 56-jarige ongehuwde landbouwer Pieter Beckers naar Nuth, hier overleed hij op 23 maart 1873 op 58-jarige leeftijd.

De 34-jarige Pieter Beckers werd in 1848 bij de heroprichting lid van de schutterij. In 1855 werd hij voor de eerste maal koning. In de uitgave van het schuttersboek van 1856 staat genoteerd dat de koning nog 46 cent koningsgeld tegoed heeft van het vorig jaar. In 1859 wordt Pieter voor de tweede keer koning en krijgt hij een traktement (koningsgeld) van 30 franc. In 1860 wordt hij voor de derde keer koning, ook dit jaar krijgt hij een vergoeding van 30 franc en in het jaar 1862 wordt hij voor de vierde keer koning en nu krijgt hij aan koningsgeld 20 franc. Na dit laatste koningschap heeft hij zich in 1863 bedankt als lid van de schutterij.

Oirsbeek 20 april 2011

Archivaris Wim Douven.