HET KONINGS- OF OFFICIERSSTOKJE?

De Koninklijke Schutterij St.-Lambertus is in het bezit van een z.g. “koningsstokje”.
Op een foto genomen op 9 mei 1920 tijdens een internationaal schuttersfeest gehouden te Oirsbeek, is te zien dat de toenmalige koning Math Mengelers dit stokje, voorzien van een strik, in zijn bezit heeft. Aan dit schuttersfeest namen 26 schutterijen deel.

Het koningsstokje

Op de foto staan v.l.n.r.: de schepen Henri Bus, koning Math Mengelers en schepen Xavier Beugels

Als de koning zonder koningin met de schutterij mee loopt (zoals heel vroeger gebruikelijk) houdt hij in zijn rechterhand het koningsstokje. Zoals op vele oude foto’s tezien, waren de koningen vroeger gekleed in jacquet met hoge hoed. Als de koning uit de officiersrangen komt en een sabel draagt, mag hij het koningsstokje niet gebruiken. Tegenwoordig wordt het koningstokje  door de Oirsbeekse schutterij hoofdzakelijk nog gebruikt bij het koningsvogelschieten op Hemelvaartsdag.
Het koningsstokje mag niet in andermans handen komen, anders kost het de koning of de schutterij een vat bier, het zogenaamde “losgeld”.

Aan de bovenkant van het stokje zit een zilveren dop met de inscriptie:  M J

  

Het stokje heeft een totale lengte van 95 cm. De zilveren knop heeft een doorsnede van 3,8 cm en vanaf de bovenkant van de knop zit op 6 cm in de stok een gat van ongeveer 1 cm.
Door het gat zit een wit lint geknoopt. Bij een begrafenis zit er een zwart lint geknoopt.
Aan de onderkant zit een messing beschermbusje van 5 cm lang.

Het stokje moet enkele eeuwen oud zijn, dit is te zien aan de wijze van graveren.
De vraag is nu, van wie is het en wie heeft dit stokje geschonken aan de toenmalige “Broederschap” (schutterij) St. Lambertus te Oirsbeek, toen nog bestaande uit de twee compagnieën, Oirsbeek en Doenrade. In de nog voorhanden zijnde archieven van de schutterij is geen enkel bewijs gevonden over dit “stokje”. Om de ware identiteit te achterhalen hebben we de kerkregisters van de parochie en de burgerlijke stand van de gemeente Oirsbeek geraadpleegd.
Alle personen, die met de initialen “M J “ geboren, gehuwd en overleden zijn, werden op een rij gezet, wat geen gemakkelijk klus is geweest om vervolgen te komen tot het onderstaand resultaat.
Er komen in totaal vijf personen in aanmerking die eventueel eigenaar van dit stokje zouden zijn geweest. Maar van één persoon kunnen we met zekerheid zeggen dat hij de eigenaar en schenker is geweest.

Verkorte versie van het onderzoek:

1.    MATHIAS JACOBS
Mathias Jacobs werd geboren en gedoopt op 23 juli 1708 in de kerk van St.-Gregorius de Grote te Brunssum als zoon van Joannes Jacobs en Gertrudis Meels. Mathias overleed op 23 juni 1761 aan de tering te Doenrade in de leeftijd van 53 jaar. De dagloner Mathias Jacobs was gehuwd met de weduwe Gertruid Janssen.

2    MATHIAS JANSEN
Mathias Jansen geboren te Ophoven-Oppeven en gedoopt op 10 december 1700 in de St.-Lambertuskerk te Oirsbeek als zoon van dagloner Joannes Jansen en Margaretha Cleven. Mathias overleed aan warme koorts op 1 juni 1777 te Ophoven-Oppeven op 76-jarig leeftijd en werd begraven op het kerkhof te Oirsbeek.
Als 49-jarige landbouwer huwde Mathias Jansen met kerkelijke dispensatie in de 3e en 4e graad van gemengde bloedverwantschap en in de drie roepen op 1 mei 1749 in de kerk te Oirsbeek met de 36-jarige dienstmeid Mechtildis Cleven.
Mechtildis Cleven werd geboren te Ophoven-Oppeven en op 31 mei 1713 gedoopt in de St.-Lambertuskerk te Oirsbeek als dochter van Arnoldus Cleven en Joanna Frommen (Vroemen). Mechtildis overleed op 24 juli 1785 te Ophoven-Oppeven in de leeftijd van 72 jaar en werd op het kerkhof te Oirsbeek begraven.

Mathias Jansen kreeg samen met Mechtildis Cleven één voorkind Mathias geheten, zie no 4. Verder heeft deze Mathias Jansen ook nog een buitenechtelijk kind met Maria (Beugels) Bugels ook Mathias geheten, zie no 5.

3.    MATHIAS JANSSEN
Mathias Janssen geboren te Doenrade en op 23 augustus 1739 gedoopt in de kerk te Oirsbeek als zoon van Joannes Janssen en Maria Mullenbergs (Meulenberg).
De “cultivateur” (landbouwer) en latere schrijnwerker Mathias overleed op 21 december 1817 te Doenrade op 78 jarige leeftijd.
De timmerman Mathias Jans(s)en huwde met de dienstbode Anna Maria Peters.

4.    MATHIAS CLEVEN-JANSEN
Op 17 maart 1738 krijgt de 25-jarige Mechtildis Cleven te Oirsbeek als ongehuwde moeder een zoon, genaamd Mathias.
Pastoor van Oirsbeek, Conrardus de Wittgenstein heeft de moeder van het kind gevraagd wie de vader is en zij antwoordde: Mathias Jansen-Jans.
Bij het huwelijk van Mathias Jansen op 1 mei 1749 met Mechtildis Cleven werd de 11-jarige Mathias Cleven gewettigd als Mathias Jansen.

De dagloner en latere schoenmaker Mathias Jansen huwde met de 19-jarige Joanna Margaretha Smets (Smeets). Hij overleed op 27 april 1827 te Ophoven-Oppeven in de ouderdom van 89 jaar.
Bij zijn overlijden staat aangegeven bij de burgerlijke stand dat hij een zoon is van Mathias Jansen en Mechtildis Cleven.
 
DE EIGENAAR EN SCHENKER VAN HET KONINGS- OF OFFICIERSSTOKJE

5.    MATHIAS (BUGELS)-JANSEN
Op 8 juni 1743 krijgt de 37-jarige dienstmeid Maria Bugels-Beugels te Ophoven (Oppeven) als ongehuwde moeder een zoon, genaamd Mathias Bugels.
Doopgetuigen waren haar vader Jacobus Bugels en Margaretha Cleven, de moeder van Mathias Jansen. (zie no. 2).
Pastoor van Oirsbeek, Conrardus de Wittgenstein, heeft de moeder van het kind gevraagd wie de vader is en zij antwoordde: Mathias Jansen, wonende in de “Gendouverweegh” (de huidige Douvenderweg) te Ophoven.
Dit is het tweede onwettig kind van Mathias Jansen, zie no. 2.

De moeder Maria Bugels-Beugels:
Maria Bugels werd geboren te Ophoven-Oppeven en gedoopt te Oirsbeek op 3 februari 1706 als dochter van Michael “vulgo” (= in de volksmond genoemd) Giel Bugels en Ida Koecken-Kocken. Maria Bugels overleed ongehuwd op 2 maart 1774 in de leeftijd van 68 jaar te Ophoven (Oppeven).
Op onze “Lieve Vrouw Lichtmisse” 2 februari 1761 werd zij benoemd tot kerkmeester van de kerk te Oirsbeek.

Mathias Bugels-Beugels gaat blijkbaar als Mathias Jansen verder door het leven. Want er wordt op 15 september 1768 te Oirsbeek een huwelijk voltrokken tussen Mathias Jansen en Gertrudis Paulssen uit Ophoven.
Mathias Jansen overleed te Ophoven-Oppeven op 16 juli 1812 als “laboureur” (ploeger, landbouwer) en koopman op 72-jarige leeftijd.
Hij wordt bij het overlijden bij de burgerlijke stand aangegeven als zoon van Mathias Jansen (no.2) en Mechtildis Cleven, terwijl geen Mathias van dit echtpaar wordt geboren.

Mathias Bugels wordt bij hun huwelijk in 1749 op 6-jarige leeftijd als hun zoon aangenomen. Nu gaan twee Mathias Jansen (no 4 en 5) van het echtpaar door het leven.

Gertrudis Paulssen werd geboren te Doenrade en gedoopt te Oirsbeek op 2 augustus 1740 als dochter van Joannes Paulssen en Elisabeth Limpens.
Zij is de oudste van dertien kinderen welke allen werden geboren te Doenrade.
Gertrudis overleed op 24 mei 1812 om 1 uur in de namiddag te Ophoven in de leeftijd van 71 jaar Het echtpaar heeft geen kinderen.

Conclusie:
Het is een ware puzzel geweest met het uit elkaar halen van deze twee Mathias Jansen (no 4 en 5). We stellen verder vast dat de vader van Gertruid Paulssen, Joannes Poulisse (Paulissen) in de jaren 1751, 1752 en in 1769 koning is geweest van het Broederschap (schutterij) St. Lambertus.
Dat ook een broer van Gertruid en wel Wilhelmus Poulissen (Paulissen) in 1779 en 1788 koning is geweest. En verder dat Mathias Poulssen (Paulissen) een broer van haar vader in 1774 koning is geweest. We zien dat we hier te maken hebben met een fanatieke “schuttersfamilie” waar Mathias Jansen is “ingehuwd”.

We kunnen nu met zekerheid zeggen dat deze Mathias Jansen eigenaar is geweest van dit z.g. “koningsstokje” dat in eigendom is gekomen aan de “Broederschap” (schutterij).
Helaas in welk jaar Mathias Jansen dit z.g. “koningsstokje” heeft laten maken en aan de schutterij heeft geschonken is niet bekend. 
Omdat in de periode voor zijn huwelijk in 1768 tot 1790 van verschillende jaren geen koningsplaten meer aanwezig zijn, is het de vraag of hij wel koning is geweest van de “Broederschap”?

Bovenstaande prent vond ik in een archief te New York. Hier zien wij een persoon als officier van het “Genoodschap tot Nut der Schutterij in 1787" met een officiersstokje.
Dit stokje vertoont veel overeenkomsten met het koningsstokje van onze schutterij.
De vraag blijft dan toch: is het koningstokje van de schutterij van Oirsbeek afkomstig van een officiersstokje? Het officiersstokje is namelijk persoonsgebonden vandaar de gravering.

Oirsbeek, januari 2008,
Archivaris  Wim Douven